Gastgezinnen

'Hé Opa' Vrolijk lachend, met z'n handjes in de lucht komt m'n kleinzoon Daan naar me toe. Als ik die kleine jongen zie en hem opa hoor roepen, dan ga ik groeien. Opa is een eretitel. Maar ook de rust is voorbij. Ik moet z'n karretje voortduwen of met z'n blokken spelen. En als een bal in de buurt is, dan kan ik helemaal aan de bak. Wegkruipen en dan roepen: 'waar ben ik.' Als hij me dan ziet, schatert hij het uit. Wat een rijkdom zo'n wurm van anderhalf. Ik moest aan Daan denken toen ik vrijdag op vliegvelden in Albanië en Kosovo liep om samen met medewerkers van Europa Kinderhulp honderdnegentig kinderen te halen voor een drieweekse vakantie bij gastgezinnen in Nederland. We vlogen met een airbus van de Duitse Luchtmacht. Dat was prima geregeld door onze koninklijke luchtmacht, die elk jaar een vliegtuig beschikbaar stelt om kinderen te halen. Ik zag die witte smoeltjes, geen lach kon er af. In armoedige kleding, de meeste kinderen zelfs zonder vest of jas. Koffers hadden ze niet. Ja, wat hadden ze er in moeten doen. Wij hebben zoveel en zij hebben bijna niets. Sommige kinderen hadden een plastic tasje met hooguit wat ondergoed. Hun ouders stonden op de vliegvelden met bedrukte gezichten. Ze moeste afscheid nemen van hun kinderen die een reis gingen maken naar het voor hen zo verre Nederland. Naar vreemde mensen. Nog één keer keken de kinderen om, zwaaiden naar hun ouders en liepen de vliegtuigtrap op. Eenmaal in het vliegtuig kwamen ze los. Dat was vooral te danken aan het werk van twee cliniclowns. Een lach kwam op de gezichtjes. Voor ons is een vliegreis bijna normaal. Mijn kleine Daan heeft z'n eerste vliegvakantie er al op zitten. Deze kinderen hebben hooguit een vliegtuig over zien gaan. Bij het starten van de motoren werd er luid geapplaudisseerd. Bij het wegtaxiën van het toestel klonk er luid gejoel en toen het toestel opsteeg hadden ze het niet meer. Ontroerend was toen ik in het vliegtuig van een aantal kinderen een tekening kreeg. Net als onze kinderen tekenen ze ook gewoon huisje boompje en beestje. En niet te vergeten vogels en wolken in de lucht. Eigenlijk zijn het ook onze kinderen. Op de militaire vliegbasis Eindhoven werden de kinderen opgevangen door hun tijdelijke gastouders. Even wat onwennig, de taal is toch een barrière, maar met handen- en voetentaal kom je ver. Ik ben er trots op Ambassadeur van Europa Kinderhulp te mogen zijn. Een organisatie die uitsluitend uit vrijwilligers bestaat. Die ouders in Nederland weet te mobiliseren om kinderen drie weken liefdevol op te vangen. Kinderen die het veel minder hebben dan onze eigen kinderen. Deze kinderen moeten wij willen horen schateren, net als mijn kleine Daan.